ARTIKEL 18

Bod


Home Artikelengroep 17--23

  1. Juiste wijze
  2. Een bod duidt een aantal trekken aan (slagen boven zes) van één tot zeven en een speelsoort (pas, doublet en redoublet zijn biedingen maar geen bod)

  3. Het opheffen van een bod
  4. Een bod heft een vorig bod op als het óf hetzelfde aantal trekken in een hogere speelsoort aanduidt óf een groter aantal trekken in welke speelsoort dan ook.

  5. Voldoende bod
  6. Een bod dat het onmiddellijk eraan voorafgaande bod opheft, is een voldoende bod.

  7. Onvoldoende bod
  8. Een bod dat het onmiddellijk eraan voorafgaande bod niet opheft, is een onvoldoende bod. Het is een overtreding om een onvoldoende bod te doen (zie artikel 27 voor de rechtzetting).

  9. Rangorde van de speelsoorten
  10. De rangorde van de speelsoorten in afdalende volgorde is: sans atout (zonder troef), schoppen, harten, ruiten, klaveren.

  11. Andere manieren
  12. Het Bondsbestuur mag andere manieren voor het bieden toelaten.   Opmerking 2

.